Toepassing in diagnostiek en behandeling
Voetscanning maakt gebruik van drukplaten en sensoren om een gedetailleerd beeld te verkrijgen van drukverdeling, stabiliteit en afwijkingen in de voetstand. De gait-line analyse geeft aanvullende informatie over de bewegingscyclus, zoals de richting en efficiëntie van de afwikkeling van de voet. Deze parameters zijn cruciaal bij het beoordelen van looppatronen en het identificeren van compensatiemechanismen die mogelijk secundaire klachten veroorzaken.
Fysiotherapeuten kunnen deze methoden toepassen bij patiënten met uiteenlopende klachten, ongeacht de aangedane extremiteit. Bijvoorbeeld: Lage rugpijn: Voetscanning kan abnormale voetstanden of asymmetrie in de drukverdeling aan het licht brengen die leiden tot belasting van de lumbale wervelkolom. Heup- en kniepijn: Gait-line analyses helpen bij het identificeren van afwijkingen in de loopcyclus die mediale of laterale overbelasting veroorzaken. Schouderklachten: Hoewel minder direct, kunnen voetafwijkingen een rol spelen in houdingsproblematiek en scapulaire dyskinesie door ketenreacties.